Als ik het met mijn collega-bèta’s over gevoelens heb, is het soms net of er eerst een soort rechtszaak moet plaatsvinden. Waarbij we wel ‘eerlijk’ moeten kijken, en altijd beide kanten moeten bepleiten.
En dat je pas als de rechtszaak in je eigen voordeel beslecht wordt, ‘mag’ voelen wat je voelt.
Bijvoorbeeld: Je hebt een vervelend gesprek gehad met je collega Paul, waarin hij nogal lomp uit de hoek kwam. Dat vond je helemaal niet prettig, en nu merk je dat je Paul eigenlijk liever uit de weg gaat.
Je voelde je wellicht onveilig, teleurgesteld, of misschien werd je er wel boos van.
Grote kans dat je aandacht niet echt naar die gevoelens is gegaan, omdat er ook allemaal gedachten opkwamen.
Gedachten als: ‘Dat kan toch echt niet, wat Paul zei.’
Maar mogelijk ook: ‘Het kan natuurlijk zijn dat ik het verkeerd zag.’en: ‘Misschien ligt het wel aan mij.’
Of juist: ‘Anderen hebben het ook vaak moeilijk met Paul, ik ben echt niet de enige.’
Zulke gedachten komen vanzelf op, onze mind wil ons namelijk graag helpen als we ons ergens niet lekker over voelen.
Maar teveel op die gedachten focussen, proberen uit te vogelen hoe ‘terecht’ het allemaal is, dat helpt je niet verder.
Onterechte gevoelens bestaan namelijk niet.
Hoe en óf iets je raakt, is geen keuze.
Soms wordt je door een gebeurtenis of interactie met een ander nu eenmaal boos, verdrietig, angstig, etc. (Of gelukkig of blij natuurlijk, maar die gevoelens maken we minder vaak verdacht.)
Het kan dat je het als bèta wat overdreven vindt om je gevoel te benoemen met woorden als boos en verdrietig. Alsof je het dan te groot maakt, teveel dramatiseert.
Maar je hoeft niet full pull woedend of radeloos van verdriet te zijn, om wel iets van die emoties te ervaren.
En er zijn natuurlijk ook veel meer gevoelens, zoals machteloos, kwetsbaar, ontevreden, gejaagd, etc.
Het is handig om te weten wat je gevoelens nu precies zijn, ten eerste als een soort feitelijke erkenning van wat er nu eenmaal is.
En het wordt pas echt interessant wanneer je kijkt wat je nu precies met die gevoelens doet.
Negeer je ze liever? Zet je ‘je er over heen’? Stop je ze weg, leid je jezelf af met lekker eten, tv en/of je smartphone?
Dat is niet gek, want negatieve gevoelens zijn geen pretje om bij stil te staan.
We hebben hier ook allemaal onze eigen gewoontes en voorkeuren in. De één wordt makkelijk boos maar toont zich het liefst niet kwetsbaar. De ander is niet gewend om boosheid überhaupt te voelen, en blijft in de meeste gevallen redelijk.
(Tot het op een gegeven moment alsnog tot uitbarsting komt natuurlijk.)
Aan dat wegredeneren en onderdrukken van (een deel van) onze gevoelens zitten risico’s. Die gevoelens gaan als ze niet worden verwerkt namelijk gewoon onderhuids doorsudderen.
Zo kan de initiële boosheid uitgroeien tot cynisme, of zelfs wrok of bitterheid.
Bij negatieve emoties en de bijbehorende spanningen horen natuurlijk ook fysieke effecten, zoals verhoogde bloeddruk, spierspanning, hoge ademhaling, slechte vertering etc.
Het is dus van belang dat je bewuster omgaat met je gevoelens, ze vaker opzoekt én ze echt verwerkt.
Daarbij kun je het hele: ‘Zijn ze wel terecht?’-vraagstuk dus lekker overslaan.
Waar je beter je aandacht en energie op kunt richten:
- Welke gevoelens (en gedachten) komen nu voorbij?
- Wat voor effect hebben die gevoelens (en gedachten) op mij?
Als je dat helder hebt, neemt de kans op een constructief gesprek met een ‘Paul’ zoals uit het voorbeeld alleen maar toe.
En soms blijkt zo’n gesprek niet eens nodig. Omdat je er bijvoorbeeld achter komt dat je (ook) geraakt werd in oud zeer, dat eigenlijk weinig met Paul te maken heeft.
En let op, ook dat maakt je gevoel niet onterecht. Er werd blijkbaar iets getriggerd, en dat kun je zien.
Klein verschil, groot effect.
Die hele rechtszaak in je hoofd elke keer als iets je raakt, die hoef je in elk geval niet meer in gang te zetten.
Wat een opluchting. 🙂
Geef een reactie