Je staat voor het kantoor van je leidinggevende. Je voelt je bij voorbaat opgelaten, omdat je weet dat hij het druk heeft. Toch wil je graag even overleggen, en afstemmen hoe je in het project verder gaat. Er spelen wat dingen met de klant waarvan je vindt dat hij het zou moeten weten.

Je leidinggevende kijkt op en zegt nogal kortaf: ‘Ja?’

Je probeert kort uit te leggen waar het om gaat. ‘Wat is nu precies je vraag?’, onderbreekt hij je al snel.

Zo goed en kwaad als het gaat stel je jouw vraag. Dan vraagt hij alsnog om de uitleg, die je eerder probeerde te geven. Je verlaat het gesprek met meer duidelijkheid, maar een vervelend gevoel. Waarom doet hij zo lomp tegen je? Wat had je anders moeten zeggen of doen?

Herken je dit soort situaties? Regelmatig stuit ik met klanten in de coaching op dit thema: omgaan met drukke leidinggevenden, maar ook: omgaan met ‘dominante’ persoonlijkheden. Dat kan dus ook een collega zijn, of een projectmanager.

Als je dit lastig vindt, is de kans groot dat je het moeilijk vindt om in zulke situaties je standpunt te formuleren. Vervolgens pieker je hier vaak over en ga je schroom voelen om de ander te benaderen. Dat heeft juist weer een negatief effect op de relatie met de ander.

Hierbij krijg je een 3-stappenplan om dit te effect te doorbreken, en je contact met ‘dominante types’ veranderen.

1. Kijk naar het effect op jezelf

Wat gebeurt er met jou wanneer je met de ander in gesprek gaat? Hoe sta of zit je er bij, wat voel je? Vaak geven we veel aandacht aan wat de ander doet en zegt en misschien wel bedoelt. Terwijl we over onze eigen beleving heen stappen.

Geef eens vooral aandacht aan wat je zelf ervaart. Ik hoor bijvoorbeeld van klanten dat ze zich kleiner voelen worden, of dat ze een soort benauwd gevoel krijgen.
Dit kan veel invloed hebben op de interactie, je nodigt de ander eigenlijk onbedoeld uit om het heft nog meer in handen te nemen.

Het fijne is dat het al veel verschil kan maken als je je hier bewust van wordt. Wanneer het ongemerkt gebeurd, kun je er ook niets aan doen. Maar wanneer je het ziet gebeuren, kun je gaan ingrijpen.

2. Beeld je dezelfde situatie met iemand anders in

Stel dat het niet je intimiderende leidinggevende is die voor je zit, maar je favoriete collega, of een goede vrien(in). Hoe zou jij er dan bij zitten, wat zou je dan zeggen?

Het is niet gek dat we niet altijd ‘de beste versie van onszelf’ zijn wanneer we te maken hebben met voor ons lastige personen. Maar we kunnen die versie in andere situaties wel zijn. Hoe ziet die beste versie van jezelf er ook al weer uit?

Als je met een collega spreekt die je vertrouwt en waarvan je weet dat je op één lijn zit met elkaar, dan kun je je punten toch prima beargumenteren? Ook als de ander het er niet mee eens is. Je bent meer ontspannen, zet je onderscheidingsvermogen in, je overtuigingskracht, én je hebt aandacht en empathie voor de ander. Kun je dat ook inzetten bij die lastige, dominante gesprekspartner?

3. Hou op met voor de ander te denken en zijn/haar gedrag te voorspellen

Je besteedt waarschijnlijk veel van je energie en analytisch vermogen aan het vooraf voorspellen wat je gesprekspartner gaat vinden of zeggen. Ook al heb je gelijk en kun je dit meestal goed inschatten, heeft het echt zin?

Het lijkt heel nuttig, alsof je je heel goed voorbereidt, maar waarom zou jij bij voorbaat beide rollen in het gesprek voor je rekening nemen? Dat is geen gesprek meer te noemen, toch?

Probeer je dus vooral te concentreren op je eigen standpunten en behoeften, en daarnaast nieuwsgierig te zijn naar de standpunten en behoeften van de ander. Voelt voor anderen ook veel fijner, als ze zelf vrij een mening kunnen vormen en mogen geven.

Helpt dit je?
Ik hoor het graag in een reactie hieronder!