Ik word geregeld benaderd door bèta’s die soms wat onzeker zijn. Ze twijfelen aan zichzelf, mijden conflicten en krijgen de feedback dat ze zich best wat meer uit mogen spreken.

Daar werken we dan aan, zodat ze steviger in hun schoenen komen te staan, zich makkelijker laten horen en zich vrijer uit kunnen drukken.

Het tegenovergestelde komt minder vaak voor.

Zelfverzekerde, extraverte bèta’s die makkelijk de leiding nemen en hun mening delen, die gaan iets minder snel zelf op zoek naar een coach. Terwijl ze er zeker ook wel één kunnen gebruiken.

Er kan aan dat zelfvertrouwen namelijk een behoorlijk nadeel kleven.

De gunfactor, dat is er wat minder bij jou’, zei een leidinggevende bijvoorbeeld laatst tegen zijn ‘high-performing’ lead-engineer.

Deze ingenieur nam deel aan een in-company talentprogramma, en daar kom ik ze dan weer wél tegen, de extraverte, uitgesproken jongens*, vol zelfvertrouwen.

*tja, wat kan ik er van maken, het zijn toch echt meestal mannen.

Ze zijn niet bang om het oneens te zijn met anderen, sterker nog, ze houden wel van een mooie discussie. En het liefst winnen ze die dan ook nog natuurlijk.

De omgeving ziet ze soms als betweterig, te direct, dominant of arrogant. En dat zijn ze soms ook echt.

Want kijk, als je ergens goed in bent, en gewend bent de dingen op een bepaalde manier aan te pakken, dan doe je dat zo in de meeste gevallen.

De persoon die wat makkelijker uitgesproken, directer uit de hoek komt, zal dat dus in de meeste situaties zo doen.

Terwijl je soms je mening beter wat voorzichtiger kunt uiten, of zelfs voor je mag houden. Om dan goed te luisteren naar anderen. Niet zodat je wat ze zeggen kunt pareren, maar om het echt te begrijpen.
Omdat die anderen meer kennis of ervaring hebben bijvoorbeeld. Of met iets zitten, wat jij (nog) niet helemaal snapt.

Als je dat nooit doet wordt de kracht van zelfvertrouwen de valkuil van arrogantie. 
En dat kost je niet alleen goodwill van de anderen, maar ook behoorlijk wat energie van jezelf.

‘Ik zou wel eens wat minder altijd willen winnen’, zei een jonge projectleider hierover eens.

Een meer onzekere persoon is dus vaak wat meer bescheiden, en zal zijn bezwaren of mening wat voorzichtiger of niet uiten. Dat is niet altijd even handig, maar dus ook vaak een kracht.
En ja, soms moet er dus ook even stevig wat gezegd worden, of een grens aangegeven.
Het mooie is, dat de omgeving van zo’n bescheiden persoon, de ‘underdog’, wel wat kan hebben.
Mensen zijn gewend van zo iemand de ruimte te krijgen, dus geven die ruimte ook wel terug.

Bij het zelfvertrouwen hoort een bepaalde stevigheid, je kunnen laten horen, en dat is mooi, ook een kracht. 
Het kan wel zijn dat het soms negatief werkt, dat het je ook wat kost. Anderen krijgen geen of minder ruimte, en gaan jou dat mogelijk wat kwalijk nemen.

Het is handig als je van jezelf weet of dit bij jou speelt, en aan welke kant van het spectrum je zit. Als je weet welke kant dat is, experimenteer dan ook eens met de andere kant.
Pak eens wat meer ruimte, of geef het wat meer aan de ander.

Het zal je alleen maar effectiever maken.

In mijn leiderschapsprogramma gaan we verder in op thema’s als deze. Je leert jezelf, je kwaliteiten en valkuilen beter kennen, en krijgt tools om je rol als project- of teamleider nog effectiever in te gaan vullen.
In februari van 2018 start dit 9-maanden programma, je leest er hier alles over.