Het voelt vaak zo ontzettend persoonlijk.

Die sneer van je collega, de lompheid van je leidinggevende, de ‘nee’ van de klant.

En toch gaat het meestal helemaal niet over jou, als zoiets gebeurt.

Ik las vanochtend op Facebook een goede quote over uitdagend (zeg maar gerust irritant) gedrag bij peuters:

When we remind ourselves repeatedly that challenging behavior is a little lost child’s call for help, we begin to see the ridiculousness of taking this behavior personally. We recognize the absurdity of reactions like, “How could you treat me like this after all I do for you?! Why don’t you listen?” Perspective gives us the patience, confidence and the calm demeanor we need to be able to help.

Prachtig toch? Heldere posts als deze* helpen mij momenteel de peuterpubertijd door.

* van Janet Lansbury, echt een aanrader voor ouders om te volgen op Facebook of artikelen te lezen op haar website.

Én ik zag ineens de parallel.

Dit geldt ook voor volwassenen.

Vervelend of negatief gedrag gaat gewoon over onmacht en onvermogen.

Als die collega’s, leidinggevenden en klanten echt een keuze hadden, zouden ze wat hen dwarszit toch op een open, heldere en constructieve, volwassen manier brengen?

Helaas zit dat er vaak niet in.

De vergelijking met peuters gaat overigens niet helemaal op.

We zijn niet de ouders van onze collega’s, leidinggevenden of opdrachtgevers, en er niet om ze op te voeden.

En toch.

De ander helpen.

Opereren vanuit geduld, kalmte en zelfvertrouwen.

Wanneer is dat nu géén goed idee?

Om dit te kunnen, moet je leren om het ‘gedoe’ aan de andere kant niet als persoonlijke aanval te zien. Al lijkt het er soms nog zo op.

Een krijsende peuter die roept: ‘Je bent een stomme mamma!’ zegt eigenlijk: ‘Ik wil iets heel graag en ik heb er moeite mee dat het niet mag.’

Dat is niet eens zo heel moeilijk*om te bedenken.

*Of nou ja, soms ook wel, want dat schreeuwen triggert ons natuurlijk wel flink in onze stress-reacties. En dan is helder nadenken niet zo makkelijk.

Een collega die een vervelende opmerking maakt, daar is mogelijk eerder of elders al iets mis gegaan. Hij had bijvoorbeeld een slechte dag, of misschien in eerder contact met jou het idee dat hij niet serieus werd genomen.

Het was handiger geweest als die collega dat even had gemeld.

Maar daar zijn we nu eenmaal niet zo goed in. In het überhaupt doorhebben niet, maar ook in het benoemen niet.

En dus komt het vervelende gevoel later alsnog tot uiting.

Wanneer je zo’n sneer nu gaat zien als signaal, in plaats van persoonlijke aanval, dan wordt de boel een stuk lichter.

Je blijft daarbij wel de grenzen bewaken natuurlijk, want dat is van levensbelang. (Peuters!)

Dus als iemand te negatief, vervelend of naar doet, dan zeg je er natuurlijk iets van, en het heeft consequenties.

Als onze peuter 20 minuten doet over het tandenpoetsen, dan is er geen tijd meer om twee boekjes voor te lezen.

Wanneer je collega niet voor rede vatbaar is, dan kan je het gesprek beter even staken.

Ook dat is niet persoonlijk.

Het gaat immers om gedrag, en wat dat weer met jou doet. Niet om de persoon zelf.

En we hebben het nu zo mooi over die ander, maar ga het ook nog even bij jezelf na.

De laatste keer dat je zelf echt vervelend tegen iemand deed, was dat persoonlijk?

Of was je iets aan het afreageren, of kwam je irritatie vooral door het idee wat je over die persoon had?

Had je je onvrede ook wel wat constructiever kunnen brengen?

Kan gebeuren.

We zijn allemaal wel eens de peuter.

Wil je meer van dit soort inzichten opdoen, en beter willen sturen in het gedrag van de mensen in je teams en projecten? Je leert het in mijn leiderschapsprogramma, dat in maart van start gaat.